Ik ben gewoon boos, niet een klein beetje boos, maar ongebreideld boos. Een emotie die ik natuurlijk ken maar niet vaak toelaat. Ik heb mezelf er altijd van overtuigd dat in boos zijn vooral een oordeel zit en ik heb de ambitie om oordeelloos in het leven te staan en ik die emotie niet kan toestaan. Ik had mijn coach ervoor nodig om mij een gigantische spiegel voor te houden. Ik realiseerde me in het gesprek dat ik een “heilig boontje” en misschien wel onecht was in mijn streven om perfect en liefdevol voor iedereen te zijn. Dat vooral ik mezelf in een hoek liet douwen en er weinig ruimte voor mij overblijft. Ik realiseerde me dat niet iedereen naar mij kijkt zoals ik naar andere kijk. Ik geef altijd de ruimte aan iedereen om zichzelf te zijn en daarin te groeien. Hoe vaak in niet mijn ogen leen zodat een ander zich beter voelt, compassievol luister naar overtuigingen en daar ook in mee ga. Het is nu genoeg. Ik ben het zat.
De maat is vol. Ik werd geraakt door een man waar ik veel van hou, een man met gave voor mooie woorden. Die sterk is en heel overtuigend, die een meester is om mijn woorden over te nemen en die in te zetten. Die mij steeds weer van mijn stuk brengt, die ik heel veel ruimte geef en vooral veel liefde voor zijn proces. En wat gebeurt er dan, nou dan raak ik dus mezelf helemaal kwijt. Ik heb geen ruimte en die krijg ik ook niet. Er is geen ruimte om hem aan te geven dat hij voor zichzelf een gouden kooi heeft gecreëerd van ziekelijk overtuigingen, beperkingen en vooral heel veel mooie beelden voor de buitenwereld. Een kooi die hem tegenhoudt om überhaupt zichzelf te leren kennen, te groeien en vooral te gaan vliegen. In mijn relatie met hem heb ik vaak geprobeerd de deur van die kooi open te zetten en iedere keer wanneer hij mijn woorden gebruikt, heb ik hem de ruimte, tijd en liefde gegeven om een keer uit die kooi te vliegen. Te ervaren hoe dat is en welke keuzes er dan ontstaan. Iedere keer weer heeft hij mij klein gemaakt, door in zijn gouden kooi te blijven, door daarin vast te blijven zitten. Hij heeft mij daarin proberen mee te trekken en met de liefde die ik voor hem voelde ben ik daar ook in meegegaan. Maar wat ik vond in de gouden kooi was niet wat ik wilde in mijn leven. Ik heb hem gevraagd of hij waarlijk gelukkig is in die gouden kooi, die er zo fantastisch mooi uit ziet van de buitenkant. Ik liet het toe dat hij mijn wijsheid en intuïtie minachtte en mij verweet dat ik existentiële[1] vragen stelde. Ik ben zo boos dat ik ben gaan verontschuldigen voor wie ik ben, ik heb geprobeerd keer op keer om er weer een les uit te halen. Dat hebben jullie ook kunnen teruglezen in mijn blogs, maar nu is het genoeg. Ik ben boos op deze man omdat hij geen enkele moeite heeft genomen om werkelijk met mij te gaan vliegen, dat hij niet bereid is geweest om één keer die kloten gouden kooi van hem achter zich te laten en op zoek gegaan naar zichzelf en naar zijn eigen geluk. Ik ben zo ongelooflijk boos dat hij hoe wijs en hoe slim hij ook is zo dom en manipulatief kan zijn door mijn woorden te gebruiken maar volledig de essentie van deze woorden te missen. Ik ben boos dat ik mag blijven als ik maar in de buurt van die gouden kooi blijf, dat uiteindelijk hij alle voorwaarden al heeft bepaald voordat er ook nog maar iets kon ontstaan. Ik ben zo boos dat hij niet begrijpt dat alles draait om existentiële vragen omdat deze je verder helpen. Ik ben zo boos dat ik me daar zolang in mee heb laten slepen en ben gaan geloven dat mijn kijk op de ziekelijke gouden kooi er niet mocht zijn en werd afgedaan als lastig en dat het aan mij zou liggen dat deze relatie niet kon werken. Bovenal ben ik boos omdat ik hem zoveel liefde en ruimte heb gegeven om hem die ervaring te geven, misschien om zijn gouden kooi om te toveren tot zijn gelukkigste plek op aarde. Hij heeft dat niet willen zien en dat neem ik hem zo kwalijk en dat maakt me boos.
Het voelt ook goed dat ik het nu eens niet alleen bij mezelf laat en dat ik de kracht voel die in deze woede zit. Het voelt lichter dat ik het niet alleen op me hoef te nemen, sterker nog dat het meer bij hem ligt dan bij mij. Dat hij degene is die deze relatie geen kans heeft willen geven en of hij nu boos is of niet, ook dat is aan hem. Met heel veel liefde hoop ik dat zijn gouden kooi hem brengt wat hij nodig heeft en dat hij ooit zal kunnen zeggen dat het voor hem de gelukkigste plek op aarde is, waar hij volledig zichzelf kan zijn en zich niet meer hoeft te laven aan iets of iemand buiten die gouden kooi. Dat dat de plek is waar hij de liefde en de warmte vindt die hij nodig heeft en waar hij naar verlangt.
En weet je ik ben al in de lucht, daar ben ik altijd geweest. Jij weet waar je me kan vinden, maar je weet ook dat je dan je wel los moet maken van de overtuigingen, patronen die je nu vastzetten in je gouden kooi. Jij hebt je vleugels en jij bent degene die ze kan gebruiken.
Ik voel me zo vrij en weer meer echt, ik ben niet perfect en dat voelt nog goed ook. Ik ben blij dat ik voel hoe krachtig het is wanneer je ook de emotie woede toelaat en wat het mij nu oplevert. En dat ik nu de ruimte neem om te zijn wie ik ben en dat ik me blijf verwonderen en blijf zoeken naar mijn existentiële vragen.
Kus en knuffel,
Monique
[1]Een existentiele vraag is een levensvraag, een vraag naar de betekenis van het leven, naar de diepere gronden van het bestaan.
Geef een reactie